Bedrijven moeten een belangrijke rol spelen in een duurzame toekomst, vindt Nancy Bocken, hoogleraar Sustainable Business & Circular Economy aan de Universiteit Maastricht. “De effecten van klimaatverandering op mensen en de planeet worden met de dag duidelijker. De samenleving staat voor ongekende uitdagingen. De manier waarop we zaken doen ligt aan de basis van dat probleem. We hebben een nieuw perspectief nodig; een breuk met niet-duurzame lineaire bedrijfsmodellen die gedijen op volume boven waarde.”
“In een lineaire economie worden materialen gebruikt om producten te maken die na een beperkte tijd afval worden (take-make-dispose). De circulaire economie, daarentegen, is een productie- en consumptiemodel waarin er geen afval is; producten worden gerepareerd, materialen worden gerecycled en de natuur wordt geregenereerd”, legt Bocken uit. Haar onderzoek draait om duurzaamheid in het bedrijfsleven. Hoe kunnen bedrijven zich ontwikkelen van lineair naar circulair? Wat zijn de barrières, drijfveren en strategieën en hoe kunnen ze hun ambitieniveau verhogen en experimenteren met een circulair bedrijfsmodel?
Gehinderd door tradities
Bocken erkent dat de meeste bedrijven op dit moment nog een lineair bedrijfsmodel hebben. “Een van de grootste uitdagingen is dat de implementatie van circulaire strategieën vaak wordt belemmerd door traditionele bedrijfspraktijken. Bedrijven zijn ontworpen op basis van een model waarin ze geen verantwoordelijkheid hoeven te nemen voor een product zodra het de fabriek verlaat. Er is een gebrek aan kennis en capaciteiten voor het implementeren van de R-strategieën (hergebruik, reparatie, opknappen, recyclen, regenereren). Het moet ook betaalbaar zijn. Als je een product hebt dat goedkoop in China is gemaakt en het gaat kapot, dan is het makkelijker om het te vervangen dan om het te repareren. De circulaire transitie werpt interessante vragen op voor bedrijven. Moeten ze dichter bij huis gaan produceren, nearshoring? Verticaal integreren? Overschakelen van een productie- naar een servicemodel?”
Vele smaken beschikbaar
Servicemodellen kunnen de impact op het milieu aanzienlijk verminderen. “Er zijn veel smaken”, zegt Bocken. “Aan de ene kant is er een honderd procent duurzaam productverkoopmodel met garantie. De andere kant van het spectrum is een honderd procent servicemodel, waarbij bijvoorbeeld schone was wordt verkocht. Dit laatste biedt mogelijkheden om het wasproces te optimaliseren, kosten te besparen en tegelijkertijd het milieu te sparen.” Bocken is medeoprichter van HOMIE, een bedrijf dat huishoudelijke apparaten zoals wasmachines aanbiedt op een pay-per-use basis. “We ontdekten dat een ‘pay-per-use’-businessmodel met gedifferentieerde prijzen (de instelling voor lage temperaturen is het goedkoopst) het bewustzijn verhoogt. Het vermindert de wastemperaturen en het aantal wasbeurten per week aanzienlijk, wat resulteert in een energiereductie van vijfentwintig procent. Hetzelfde model kan worden toegepast op auto’s en vele andere energieverbruikende apparaten.”
Het meest complexe circulaire servicemodel is het refuse-model; bedrijven die producten ontwerpen die lang meegaan en hun klanten aanmoedigen om de producten te blijven gebruiken door reparaties en upgrades aan te bieden, waardoor ze worden gestimuleerd om in totaal minder te kopen. Tot nu toe zijn maar weinig bedrijven in staat om winstgevende mechanismen te ontwerpen om dit soort radicale strategieën toe te passen. Voorbeelden zoals Fairphone en outdoorkledingmerk Patagonia bewijzen echter dat ze mogelijk zijn.
Ook klanten kunnen het verschil maken
“Wat klanten doen, doet er ook toe”, stelt Bocken. “Minder vliegen, overstappen van de auto op het openbaar vervoer, meer plantaardig, seizoensgebonden en lokaal eten en minder spullen kopen in het algemeen, zoals kleding. Ook het isoleren van je huis en het optimaliseren van het gebruik van elektrische apparaten ondersteunen een duurzame levensstijl. Ik merk dat mensen steeds beter geïnformeerd zijn. In het dagelijkse nieuws zien ze de gevolgen van klimaatverandering, afval en de beelden van plastic dat in de oceanen drijft. Uiteindelijk zal het voor een groot deel de klant zijn die de industrie kan overtuigen om betere producten te maken die langer meegaan en minder impact hebben op het milieu.”
Circular Economy Package
Volgens Bocken is het niet de vraag óf bedrijven zullen overstappen op duurzamere bedrijfsmodellen, maar wanneer. Nancy: “Vroeg of laat moeten ze allemaal de stap zetten. Omdat ze het juiste willen doen, omdat hun klanten het verwachten of omdat de wetgeving het vereist. Het Circular Economy Package van de EU komt eraan, inclusief uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, het recht van klanten op reparatie en de beschikbaarheid van reserveonderdelen. Ikea heeft bijvoorbeeld al een platform voor reserveonderdelen gelanceerd. Tegelijkertijd zien bedrijven steeds meer in dat duurzaamheid ook te maken heeft met geld verdienen. Een servicemodel waarbij je een kwalitatief beter product levert dat langer meegaat, biedt ook meer mogelijkheden voor klantcontact en klantloyaliteit.”
Circular X
Om grote en kleine bedrijven te faciliteren en bewustwording te stimuleren bij industrie, overheden en maatschappij, was Bocken een van de oprichters van het Nederlands Academisch Netwerk voor de Circulaire Economie. Ze is ook Principal Investigator van het onderzoeksproject Circular X. “Dit project gaat over het experimenteren met circulaire service business modellen. Het wordt gefinancierd door de European Research Council en het doel is om een divers scala aan organisaties te faciliteren met de implementatie van de circulaire economie. Op de website bieden we open-access tools, case studies en best practices. De website wordt druk bezocht door universiteiten voor input voor hun duurzaamheidscursussen. Bedrijven gebruiken de website voor inspiratie en om workshops bij ons te boeken. In de workshops creëren we bewustwording, gaan we dieper in op de verschillende circulaire businessmodellen en experimenteren we ermee. In de Masterclass Circulaire Economie (13-15 november in Maastricht) leren we bedrijven bijvoorbeeld hoe ze kunnen innoveren voor de circulaire economie, hun impact kunnen beoordelen en verbeteren en laten we ze ontdekken hoe samenwerkingen met de overheid en andere bedrijven in de toeleveringsketen bijdragen aan het behalen van circulaire doelen.”
Vier circulaire strategieën
Bocken heeft vier circulaire strategieën ontwikkeld om de overgang van een lineaire naar een circulaire economie te bewerkstelligen: het verkleinen, vertragen, sluiten en regenereren van grondstofkringlopen. “Het verkleinen van de kringloop gaat over het minimaliseren van het gebruik van hulpbronnen per product door efficiënt ontwerp en productieprocessen waarbij minder hulpbronnen worden gebruikt. Bij het vertragen van de kringloop gaat het erom producten te maken die lang meegaan en ervoor zorgen dat de levensduur van producten kan worden verlengd. Deze strategie zou idealiter leiden tot sufficiëntie of het gebruik van minder producten in totaal na verloop van tijd. De kringloop sluiten gaat over het recyclen of hergebruiken van materialen. Bij voorkeur wordt een product vele malen gebruikt voordat het wordt gerecycled. Bij het regenereren van kringlopen, ten slotte, gaat het om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en het herstellen van de natuurlijke omgeving waarin het bedrijf actief is, bijvoorbeeld door regeneratieve bouwpraktijken. In Circular X onderzoeken we de doeltreffendheid van de verschillende circulaire modellen en strategieën. Uit onze onderzoeken blijkt dat bedrijven steeds meer aandacht besteden aan milieu-uitdagingen. We zien dat toonaangevende bedrijven, zoals Unilever, Philips, Ikea, H&M en vele anderen, experimenteren in de richting van een circulair model. H&M werkt bijvoorbeeld samen met een non-profit kledingreparatieorganisatie en Unilever doet mee aan proeven met herbruikbare verpakkingen. En laten we ook de vele kleinere bedrijven en start-ups niet vergeten die zich richten op duurzaamheidskwesties, zoals het redden van voedsel en andere producten, herbruikbare verpakkingen, honderd procent recyclebare en verhuurbare producten, enz. Het geeft me een positief gevoel.”